Onbekend
Dit pand is het laatste van de 'Corte Cameren'. Het grenst aan het hoge hoekpand. In het begin van de 16de eeuw schijnt het toe te behoren aan de kramer Hubrecht Willemss en zijn zoon Gerrit. In 1520 betaalt Rover Coenen 12½ 'groten' en voor een kelder onder de straat 4½ 'penning oud geld'. Deze grote straatkelder had een zelfde plattegrond als die van het linker buurpand. Waarschijnlijk zijn ze even oud, hoewel het cijnsbedrag niet gelijk is. In de straatkelder lijkt volgens een opmetingstekening uit 1928 een stookplaats te zitten. De rook zal via een gat in het plaveisel zijn afgevoerd. Bij de haardentelling van 1553 worden drie schouwen geteld. Van een schouw in de straatkelder wordt niet afzonderlijk melding gemaakt. Op het schilderij van de Lakenmarkt en de tekening van C. Pronk staat tegen de zijmuur van het hoge buurpand een rookkanaal afgebeeld, dat aansluit op een afzonderlijk dak. Het geheel lijkt op een groot stookhuis in het achtergedeelte van Markt 40. Aangezien de aangrenzende panden aan de Markt en de Pensmarkt volgens de haardentelling geen stookplaatsen bevatten, is het denkbaar dat we hier te maken hebben met een centraal verwarmingssysteem met tegelovens. Omdat het pand in 1816 is gesloopt is dit mogelijk voor de stad unieke verwarmingssysteem niet meer te bestuderen. Ook verdere gegevens over het huis zijn niet meer te verkrijgen. Alleen de kelder onder het huis is nog aanwezig. Deze was via een trap vanaf de Markt toegankelijk en stond in verbinding met de grote straatkelder. De houten uitkragende gevel had een hoge pui met een luifel ervoor, zoals alle andere 'Corte Cameren'. Gezien de rij vensters boven de pui was er een insteek. Ook op de eerste en tweede verdieping zat over de volle breedte van de gevel een rij van gekoppelde vensters, die een woonfunctie doet vermoeden. De geveltop was voorzien van een windveer met driepasboog en een hijsluik. | 287 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Keukenschrijver, kantoor1461. "De gulden Clock" anno 1627. | 74 |
1908 | A.W.J. Keukenschrijver (koopman) |
1910 | A.W.J. Keukenschrijver (koopman) |
1928 | A. Scholten |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 63